Gratis bezorging

Snelle verzending

Originele producten

Meer dan 700.000 klanten

Winkelmand

Uw winkelmandje is leeg

Geen verrassingen meer tijdens boren!

Datum update: 25-02-2020

Elektriciteitskabels, waterleiding of metaal. Risico om deze hindernis tegenkomen tijdens boren is heel groot. Daarom boor nooit zomaar een gat in de muur! Om een elektrische schok, een kamer onder water of een kapotte boormachine te voorkomen kan beter de volgende tips in acht nemen.

VOOR HETBOREN EERST PELLEN

 

 

Wil je een nieuwe boekenplank ophangen, een lamp monteren of een kast aan de muur vastzetten – vóór je de boormachine pakt, moet je eerst een ander elektrisch apparaat tevoorschijn halen: de digitale detector. Hiermee kun je de risico’s van het boren verkleinen. Je moet echter wel op een aantal dingen letten:

 

1. Geen ringen, armbanden, horloges of mobiele telefoons
Draag geen sieraden om je vingers, hand of pols. Het apparaat kan hierdoor beïnvloed worden en het rode ledlampje van ‘hier niet boren!’ zal dan voortdurend oplichten. Ringen, armbanden en horloges dus afdoen voordat je de detector aanzet. Ook elektronische apparaten, zoals mobiele telefoons, kunnen het apparaat beïnvloeden. Zorg dus dat deze buiten bereik liggen.

 

2. Het apparaat volledig tegen de muur houden
De digitale detector geeft alleen het juiste resultaat weer als deze volledig tegen de muur gehouden wordt. Beton, gips, steen enz. − vanaf nu is niemand meer bang voor contact. Dus aan de slag!

3. Aarding/statische elektriciteit afbouwen
Pak met één hand de digitale detector vast. Leg je andere hand plat tegen de muur, naast de digitale detector, op een afstand van circa 20 tot 30 centimeter. Zo maak je aarding. Dit is vooral belangrijk bij het zoeken naar elektriciteitskabels, en kan over het algemeen geen kwaad. Als er onvoldoende aarding is − bijvoorbeeld door isolerende schoenen of wanneer je op een ladder staat − is het niet mogelijk om elektriciteitskabels te lokaliseren.

4. De digitale detector bewegen
Om een veilige boorplek te vinden, beweeg je de detector met gelijkmatige, lichte druk over de muur. Denk eraan dat je de detector alleen langs zijn x-as mag bewegen. Dit betekent dat als je de detector horizontaal over de muur beweegt, de handgreep naar de vloer moet wijzen. En als je verticaal over de muur beweegt, moet de handgreep naar de zijkant wijzen.

5. Meermaals over dezelfde plek gaan
Beweeg de detector meerdere keren over dezelfde plek, om er zeker van te zijn dat de plek geschikt is. Als de detector geel oplicht, is de plek niet veilig en moet je opnieuw peilen. Verspringt de kleur van het ledlampje naar rood, dan heeft de detector iets gevonden. Groen betekent dat er geen object gevonden is.

6. Stroomverbruiker aanzetten
Om ervoor te zorgen dat de stroomkabel door de detector gevonden kan worden, zet je een stroomverbruiker aan, zoals een lamp of stofzuiger. De detector kan de stroomkabel namelijk alleen vinden als deze onder spanning staat.

LET OP: Na het peilen moet je, vóór je gaat boren, om veiligheidsredenen eerst de stroomgroep in huis volledig uitschakelen.