Boekenrek. Ontspannen lectuur! Lichte lectuur of zware kost: in dit rek, dat ontspannen tegen de muur leunt, maken boeken een coole indruk.
Zelfs gortdroge vakboeken kunnen losjes lijken. Mits deze op ons boekenrek worden gezet. Ontspannen leunt het tegen de muur en lijkt te zeggen: „boekenwurmen zijn gewoon nonchalant.”
Planken en zijkanten van ons rek zijn met uitgekeepte steekverbindingen samengevoegd. De vakken die zo ontstaan, zijn vanaf de achterkant aan de achterwand vastgeschroefd.
Belangrijk: ga al bij het aftekenen van de steekverbindingen uiterst zorgvuldig te werk!
De volgende bouwhandleiding is gebaseerd op een plaat verlijmd beuken van 20 mm dik. Als u andere materialen of dikten gebruikt, moet u de stuklijst dienovereenkomstig aanpassen.
Laat de benodigde platen in de bouwmarkt of bij uw timmerman op maat zagen.
1.Steekverbindingen maken
Zijkanten en planken krijgen elk 60 mm diepe, 20 mm brede inkepingen: de zijkanten aan de voorkant, de planken aan de achterkant. Werk met maximale precisie, zodat de inkepingen later zo perfect mogelijk in elkaar grijpen.Teken de inkepingen op zijkanten en planken af. Span hiervoor eerst de beide zijkanten met lijmklemmen bij elkaar. Gebruik daarbij beschermplankjes van stukjes afvalhout, om lelijke druksporen te vermijden. Teken op de voorkanten volgens de maatinformatie op de tekening met potlood de posities van de planken af. Deze verlengt u dan met behulp van de winkelhaak (dat is een 90°-hoek met een aanslag) 62 mm diep op de zijvlakken. (In principe zijn de inkepingen half zo diep als de breedte van de zijkant.)Volgens hetzelfde principe tekent u ook de inkepingen van de planken af, dit keer echter vanaf de achterkant.Zijn alle markeringen afgetekend, zet dan de boormachine met de machinehoutboor van 20 mm (voor het geval u ons materiaaladvies opvolgt: de diameter moet telkens overeenkomen met de maximale plaatdikte!) telkens zo op het binnenste uiteinde van de afgetekende inkeping aan, dat de centreerpunt van de boor 10 mm voor het uiteinde van de gemarkeerde uitsparing contact maakt. Zodoende ligt het gat dus precies binnen de markering.Zaag nu met de decoupeerzaag de inkepingen uit. Blijf daarbij altijd binnen de potloodmarkeringen. Als de inkepingen op enkele plekken iets de krap worden, kunt u deze met de houtvijl bijwerken. Steek nu alles in elkaar, breng daarbij een beetje lijm op de binnenzijden van de inkepingen aan en laat de verbindingen volgens informatie van de fabrikant drogen.
2. Achterwand voorbereiden
Zo losjes als het er misschien uitziet, leunt het rek natuurlijk toch niet tegen de muur: het wordt uit veiligheidsoverwegingen door een ophangoog en schroefhaak vastgehouden. Het ophangbeslag laat u met boormachine en de machinehoutboor van 30 mm ongeveer 60 mm onder de bovenkant in de achterzijde van de achterwand in.Aan de onderkant van de achterwand moet u met de meegeleverde schroeven twee viltglijders monteren.Nu boort u de gaten voor het vastschroeven van de door zijkanten en planken gevormde vakken voor. Hiervoor lijnt u de vakken op de achterzijde van de achterwand precies uit. Teken daar met potlood de omtrekken van de vakken af en in de roostervlakken die zo ontstaan, markeert u de gaten (zijkanten: telkens een op halve vakhoogte, planken: telkens een in elk vak).
3. Vakken en achterwand met elkaar verbinden
Leg de achterwand met de zichtzijde naar boven op schragen. Lijn daarop de vakken uit, wederom zeer nauwkeurig, zodat de boorgaten in het midden in de vakranden komen.Nu kunt u de vakken met accuschroevendraaier en schroeven 4 x 45 mm comfortabel door de achterwand vastschroeven.
4. Houten oppervlak schuren
Om het oppervlak zo goed mogelijk te krijgen, moet u hier vóór de montage van het meubel aandacht aan besteden.Schuin eerst alle kanten af door deze met schuurpapier korrel 120 of 180 in een hoek van 45° te bewerken. De zichtvlakken schuurt u met uw schuurmachine altijd in richting van de houtnerf eerst met grover (korrel 120, 180), dan met fijner (tot korrel 240) schuurpapier.Daarna worden de vlakken vochtig afgewreven met een spons. Bij het drogen gaan hier en daar losse houtvezels omhoog staan, deze verwijdert u dan behoedzaam met schuurpapier korrel 180. Daarna is het hout klaar voor de oppervlaktebehandeling. Kleine tip: let erop dat het schuurpapier niet te stomp is, zodat de houtvezels worden afgesneden en niet alleen worden aangedrukt.
5. Oppervlak beitsen
Het kleuren van hout wordt beitsen genoemd. Beits kan worden aangebracht met een fijnspuitsysteem. Het oppervlak van het hout is na het aanbrengen van de beits nog niet beschermd; dit gebeurt pas door behandelen met was of lak.Lees eerst de verwerkings- en veiligheidsadviezen van de fabrikant zorgvuldig door. Werk in een goed geventileerde ruimte en vermijd daar roken, eten en drinken.Als u bij de volgende stap een ander materiaal wilt aanbrengen met uw fijnspuitsysteem, dan moet u het verfreservoir verwisselen.
6. Oppervlakken lakken
Vul het verfreservoir met de lak en verdun deze evt. met een beetje water. Stel op een proefstuk de spuitstraal bij het mondstuk en de hoeveelheid verf met de stelknop in. De spuitstraal kan voor vlakken horizontaal of verticaal worden ingesteld, en voor kanten kegelvormig.Breng nu de eerste laklaag dun aan. Begin met de kanten en lak daarna de vlakken; deze in gelijkmatige, parallel lopende banen.Ook daarbij kunnen – zoals al bij het vochtig maken – nogmaals houtvezels rechtop gaan staan, die u na het drogen van de lak in richting van de houtnerf met schuurpapier korrel 220 of 240 behoedzaam verwijdert.Gebruik voor de tweede laklaag dezelfde blanke lak als bij de grondlaag. Dit keer kunt u de lak iets royaler aanbrengen. Begin weer met de kanten en richt dan in gelijkmatige, parallel lopende banen uw aandacht op de vlakken.
7. KLAAR !
foto